‘Wat wij zien, is misschien maar het topje van de ijsberg’
Jarenlang bood GertJan van Heijst een luisterend oor als vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit aan onze universiteit. Op 1 januari nam Sem Borst deze waardevolle rol van hem over.
Als je wetenschappelijk onderzoek doet of daarbij betrokken bent, stel je je open, eerlijk en integer op. Met respect voor je collega’s. Dat klinkt logisch en vanzelfsprekend, maar in de praktijk spelen er wel eens zaken waarbij de wetenschappelijke integriteit in het geding is. Heb je daarmee te maken en wil je erover praten met iemand die je volledig kunt vertrouwen? Dan kun je binnen de TU/e terecht bij de vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit. Een gesprek met de personen achter die titel: ‘ervaren rot in de rol’ GertJan van Heijst en nieuwe vertrouwenspersoon Sem Borst.
GertJan van Heijst (emeritus hoogleraar Stromingsleer bij de faculteit Applied Physics) ging in december 2020 met pensioen. Nu hij het wat rustiger aan gaat doen, was het tijd om het stokje van zijn rol als vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit over te dragen. Dat doet hij aan Sem Borst (hoogleraar Stochastische Besliskunde bij de faculteit Mathematics & Computer Science), die de rol sinds 1 januari vervult.
Menselijk aspect
Van Heijst: “Acht jaar lang heb ik de rol van vertrouwenspersoon vervuld. Het menselijke aspect ervan spreekt mij het meeste aan: je praat met mensen en hebt heel direct contact met ze. Je bent vooral een luisterend oor. Iemand die losstaat van enige partij, waarbij mensen in alle vertrouwen met hun verhaal terechtkunnen. Sommige mensen komen in een situatie terecht waarin ze zich klemgezet voelen. Weten niet wat ze moeten doen. Een vertrouwenspersoon is er dan om tegen te praten. Hij is er niet voor om met een kant-en-klare oplossing te komen, maar hij luistert en denkt mee.”
Wat mij het meest aanspreekt, is het menselijke aspect. Iemand kan in alle vertrouwen met zijn verhaal bij ons terecht.
Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit GertJan van Heijst
Niet één casus hetzelfde
Van Heijst heeft in al die jaren ervaren dat het praten met een vertrouwenspersoon veel mensen écht helpt. De casussen die hij meemaakte, waren allemaal verschillend en varieerden van ongewenst gedrag tot machtsmisbruik, een probleem met ego’s en hiërarchie, intimidatie of fraude. “Je moet je voorstellen dat veel mensen die bij ons komen, echt klemzitten. In hun groep kunnen ze hun ei niet meer kwijt, omdat ze bijvoorbeeld een moeilijke relatie met hun superieur of met collega’s hebben. Met een vertrouwenspersoon kunnen ze hun problemen wel bespreken. Dat lucht op. Bovendien denken we samen na over hoe het probleem opgelost zou kunnen worden.”
Klachtencommissie
Dat ‘probleem oplossen’ doet een vertrouwenspersoon het liefst op een andere manier dan een klacht indienen bij de klachtencommissie. Het is niet zo dat een vertrouwenspersoon moet voorkomen dat er klachten worden ingediend - dat willen Van Heijst en Borst benadrukken -, want als dat nodig is, gebeurt dat zeker. Maar met een klacht kom je vaak niet verder met je probleem, weet Van Heijst: “Als iemand bij ons komt met de mededeling ‘ik ga een klacht indienen’, onderzoeken we eerst samen een aantal dingen. Hoe zit die klacht in elkaar, wat is de situatie, stel je voor je dient een klacht in, hoe zal dan de reactie zijn, wat verwacht men van jou? Denk je dat een klacht indienen je probleem gaat oplossen? En: zelfs al word je in je gelijk gesteld, wat is dan de uiteindelijke situatie? Mijn ervaring is dat een klachtenprocedure eigenlijk alleen maar verliezers kent.”
Van goed gesprek naar oplossing
Wat doet een vertrouwenspersoon dan wel in zo’n geval? Van Heijst: “Wat je probeert, is om in een goed gesprek tot een oplossing te komen. Soms is een situatie zodanig dat je niet anders kunt, en dat er een klacht ingediend wordt. Maar in veel gevallen zijn er ook nog andere wegen, die veel vruchtbaarder zijn en minder energie slurpen. Een vertrouwenspersoon is natuurlijk niet aangesteld om de klachtencommissie werk uit handen te nemen, maar vanuit menselijk oogpunt is het soms veel slimmer en effectiever om een andere weg te bewandelen.”
Vaak zijn er andere wegen die veel vruchtbaarder zijn dan een klacht indienen, en die minder energie slurpen.
Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit GertJan van Heijst
Voor Sem Borst, die nog geen casus aan de hand heeft gehad sinds hij in zijn rol begon, zijn de ervaringen van Van Heijst heel waardevol. Samen spraken ze elkaar al eerder over de rol en wat daarbij komt kijken. “Toen onze decaan vroeg of ik de rol op me zou willen nemen, wist ik eigenlijk niet goed wat ik me erbij moest voorstellen. In de krant lees je wel over de grote gevallen die echt ontsporen, bijvoorbeeld rond fraude met data of het manipuleren van conclusies. Maar dat was het enige beeld dat ik op dat moment had.”
“Ik heb de rol aangenomen om dezelfde reden als GertJan: vanwege het menselijke aspect. En vanwege de integriteit. Niet alleen binnen de TU/e, maar ik wil ook bijdragen aan het vertrouwen in de wetenschap, en dat vertrouwen - in de maatschappij bijvoorbeeld- te versterken. Maar ook het sociale veiligheidsaspect spreekt me aan. Vaak zijn al die dingen verstrengeld in een casus. Ik wil er zijn voor mensen die zich alleen voelen staan. Tegenover iemand met meer macht, tegenover de organisatie. Ik ben heel benieuwd wat ik ga meemaken en hoe ik daarin een waardevolle bijdrage kan leveren.”
Wetenschappelijke integriteit moet altijd voorop staan. Wordt er gesjoemeld, dan is het vertrouwen in de wetenschap weg.
Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit Sem Borst
Onbesproken gedrag
Als vertrouwenspersoon moet je verschillende eigenschappen bezitten, weet Van Heijst. “Het moet natuurlijk iemand zijn die de TU/e kent, de mensen en de spelers, die contacten heeft en weet hoe dingen lopen. Iemand die senior is, die overzicht heeft over dingen in de organisatie en over het bedrijven van wetenschap. En je moet natuurlijk ook van onbesproken gedrag zijn op je wetenschappelijk gebied. ”
Borst heeft zin in de rol, en is benieuwd hoe hij zichzelf daarin zal ontwikkelen. “Je moet je ervan bewust zijn dat dingen nooit zwart-wit zijn. In onderzoek móet je ook een zekere aandacht trekken voor je resultaten, dat is logisch. Maar dat kan soms doorslaan. Ik ga goed kijken: waar ligt de scheidslijn, waar ga je een grens over? Waar gaan mensen echt over de schreef? Daar moet ik een zeker gevoel voor ontwikkelen.”
Van verliefdheid tot onterechte auteurs
Niet alle casussen zijn even strak omlijnd, vertelt Van Heijst. Alle zaken hebben meerdere aspecten in zich. Hij illustreert: “Een medewerker van een groep aan de TU/e loopt ertegenaan dat een van de commissieleden van de promotiecommissie zegt dat bepaalde passages in het concept proefschrift eruit moeten. Dan blijkt dat het project is gefinancierd door het bedrijf waar die persoon werkt, en in die passages staan dingen die dat bedrijf niet zo leuk vindt. Er komt dan van alles om de hoek kijken: de persoonlijke relaties in de groep worden verstoord, de financiering van het onderzoek komt in gevaar. Een lastige situatie, die regelmatig voorkomt.”
“Het kan ook zijn dat iemand verliefd is op iemand anders in de groep. Als die liefde niet beantwoord wordt, kan iemand wraakgevoelens gaan ontwikkelen waardoor er dingen gebeuren die iemands carrière kunnen schaden.”
“Of iemand eist dat hij bij alle artikelen als zoveelste auteur genoemd wordt, terwijl zijn bijdrage eigenlijk nul is geweest. Dat soort dingen gebeurt. Al deze aspecten komen vaak samen; een mengeling van gedrag dat te maken heeft met wetenschappelijke integriteit en psychosociale aspecten.”
Achter al die mooie glanzende gevels gaat veel schuil. Dat is bij alle organisaties zo, ook bij andere universiteiten.
Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit GertJan van Heijst
Om hoeveel casussen per jaar het gaat? Dat wisselt, zegt Van Heijst. Soms kwamen er tien mensen per jaar bij hem terecht. Maar hij had ook jaren met twee of drie gevallen. Sommige casussen lopen jaren door, andere zijn met een paar gesprekken afgerond.
De beide vertrouwenspersonen realiseren zich dat wat zij zien, en wie er bij hen langskomt, misschien maar het topje van de ijsberg is. Van Heijst: “Veel meer mensen lopen misschien wel rond met dit soort problemen, maar denken ‘Ach, het is heel vervelend ,maar ik doe er maar niks mee. Moet ik nu echt die stap nemen om naar een vertrouwenspersoon te gaan?’. We weten niet om hoeveel gevallen het echt gaat, maar achter al die mooie glanzende glazen gevels gaat veel schuil. Dat is bij alle organisaties zo, ook bij andere universiteiten.”
Borst: “Ik verwacht inderdaad dat er veel meer speelt dan waar wij weet van hebben. Een collega van mij zei laatst: ‘Leuk dat je die functie hebt, ik hoop dat je het heel druk gaat krijgen’. Dat zou betekenen dat veel gevallen worden gemeld. Dat zou niet goed zijn, want dan is er ook heel veel mis. Maar ik vind het wel belangrijk dat áls er iets speelt op het vlak van wetenschappelijke integriteit, dat dan ook wordt gemeld.”
Vertrouwenspersonen
Dat melden kan door rechtstreeks contact op te nemen met Sem Borst. In de cursus wetenschappelijke integriteit die tegenwoordig alle promovendi op de TU/e moeten volgen, komen ook de vertrouwenspersonen aan bod. Voor PhD’s en PDEng-kandidaten is er sinds kort een eigen counselor: Stijn van Puijenbroek.
Integreren in het onderwijs
Als het aan Van Heijst en Borst ligt, krijgt wetenschappelijke integriteit al vroeg een plek binnen de TU/e, ook in het onderwijs. “Vroeger dacht men dat wetenschappelijke integriteit voornamelijk iets is voor onderzoekers. Maar dat is niet zo”, zegt Van Heijst. “Het begint eigenlijk al op dag één als je als student begint.”
“Bijvoorbeeld tijdens een practicumproef. Je zet alle resultaten mooi uit in een grafiekje en een punt ligt er totaal buiten. Wat doe je dan? Je kunt het wegvegen, denken ‘ach dat is blijkbaar een foutje’, je kunt de meting nog een keer doen, hoe ga je daarmee om? Hoe ga je om met data, met dingen die je hebt afgeleid? Hoe interpreteer je dat? Waar is het een duidelijke fout, te controleren met een nieuwe meting, waar is het significant? Dat zijn relevante dingen in de wetenschap. Of het speelt in groepjes waarin studenten samenwerken. Hoe ga je om met iemand uit zo’n groep die aan de haal gaat met een idee van een ander, bijvoorbeeld? Elke docent zou daar in colleges aandacht aan moeten besteden.”
Mijn doel in deze rol is het vertrouwen in de wetenschap verstevigen, individuele personen bijstaan en bijdragen aan een plezierige werk- en leeromgeving op onze universiteit.
Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit Sem Borst
Borst: “In de wetenschap heb je vaak ook te maken met prikkels van buitenaf: een methode die je in gedachten had die niet werkt, een bepaalde druk van iets of iemand die je voelt. Aan die prikkels moet je weerstand kunnen bieden. Wetenschappelijke integriteit moet altijd voorop staan. Wordt er gesjoemeld, dan is het vertrouwen in de wetenschap weg. En dan blijven we nergens. Mijn doel in deze rol is dan ook het vertrouwen in de wetenschap verstevigen, individuele personen bijstaan en bijdragen aan een plezierige werk- en leeromgeving op onze universiteit. Ik wil dat mensen zich hier goed voelen.”