Nieuwe decaan faculteit APSE Kees Storm:

‘Groot dromen in een faculteit om trots op te zijn’

10 oktober 2022

Kees Storm is één van de drie nieuwe decanen die op 1 september zijn aangesteld aan de faculteiten Applied Physics & Science Education, Mechanical Engineering en Mathematics & Computer Science. In een drieluik stellen de drie nieuwe leiders zich voor.

Decaan Kees Storm in Flux. Foto: Bart van Overbeeke

Bigger and better. Zo ziet de kersverse decaan Kees Storm van Applied Physics & Science Education (APSE) zijn faculteit over tien jaar voor zich. Mensen mee krijgen en samen werken aan een grotere, betere en veilige faculteit, dat is zijn doel. En dat doet hij op ‘Stormiaanse’ wijze: persoonlijk, humoristisch, ongestoord positief, met een gezond vleugje naïviteit, maar altijd goed geïnformeerd en onderbouwd met feiten.

De allereerste speech die Kees Storm (49) hield als nieuwe decaan voor de onderzoekers aan zijn faculteit Applied Physics & Science Education werd al voor hij ‘m uitsprak ingehaald door de actualiteit. Was hij eerst van plan om over de belangrijke strategische thema’s te spreken en wat die betekenen voor zijn faculteit, de speech ging uiteindelijk over één onderwerp: groei!

“Natuurlijk zijn er heel veel belangrijke thema’s voor onze faculteit, maar de groeiplannen van de universiteit staan nu voorop”, zegt Storm. “De uitdagingen die daarmee op het bordje van het College van Bestuur en de faculteiten liggen, zijn zó groot dat ze commitment vragen van elke medewerker.”

Groei gaat niet enkel om kwantiteit in de ogen van Storm, maar ook om kwaliteit. “Het gaat ook om hoe we het béter kunnen doen. Beter in termen van de output en de relevantie van ons werk, maar ook beter voor het welzijn van de mensen die hier werken. Zorgen dat ze hun werk veilig kunnen doen, zowel in het lab als sociaal gezien.”

‘Hoi, wij zijn het nieuwe bestuur en we gaan verdubbelen. Aan de slag!’ Dat werkt natuurlijk niet zo.

Decaan Kees Storm

Kees Storm in zijn kamer in Flux. Foto: Bart van Overbeeke

Storm vertelt dat hij het spannend vond hoe zijn verhaal zou vallen binnen de faculteit. “Het lijkt toch een beetje ‘Hoi, wij zijn het nieuwe bestuur en we gaan verdubbelen, aan de slag!’. Dat werkt natuurlijk niet zo. Dit is het allerprilste begin van een veel bredere discussie. Het helpt dat ik van harte geloof dat er heel veel moois te bereiken is als we die groei omarmen.

We hebben als universiteit een verantwoordelijkheid om oplossingen te zoeken voor wereldwijde problemen, zoals de energietransitie en de klimaatproblematiek. Alles wat je nodig hebt om die problemen op te lossen, wordt hier in de Brainportregio gebouwd, en mede daarvoor leiden wij de ingenieurs van de toekomst op.” Hij nuanceert: “Ik vind zelf dat mondiale perspectief belangrijk, maar dat geldt niet voor iedereen. Net als dat het niet voor iedereen evident is dat je als universiteit moet bijdragen aan wat de lokale industrie doet. ”

Groot dromen

Wat volgens hem wél werkt, is laten zien dat de groeiplannen ruimte bieden om groot te dromen. “We hebben meer mensen nodig om meer studenten te kunnen opleiden. Dan komt de leuke vraag: ‘Wat gaan deze nieuwe mensen allemaal doen hier?’. Gaan ze versterken waar we al goed in zijn, of helemaal nieuwe dingen doen?

Kunnen we bijvoorbeeld een nieuwe onderzoeksgroep neerzetten in optica of machine learning? Of willen we een klimaatwetenschapsgroep, of één in science education? Er gaan allerlei deuren open, en dit is de tijd waarin we opnieuw kunnen nadenken over wat voor faculteit we willen zijn. Dan worden de oren wel gespitst. We vragen onze mensen niet om 2x zo hard te werken en hetzelfde te blijven doen. Nee, groei betekent ook ruimte om te dromen over de nieuwe dingen die we kúnnen gaan doen.”

Rol ESoE

Als het gaat om groei binnen het onderwijs, verwacht Storm veel van de Eindhoven School of Education (ESoE), waarmee de faculteit is gefuseerd tot de faculteit Applied Physics & Science Education (APSE). “Naast docenten opleiden doen zij onderzoek naar onderwijsvormen, zoals Challenge-based Learning. Het is goed om data te hebben over het onderwijs, naast te luisteren hoe het beleefd wordt.

Uiteindelijk zijn we wetenschappers en die beslissen liefst op basis van data en feiten. De onderzoekers van ESoE spelen een enorm belangrijke rol, en kunnen ons helpen op verantwoorde manier te kunnen opschalen in het onderwijs straks.”

De groei betekent niet dat onze mensen 2x zo hard moeten werken. Het betekent dat er ruimte komt om te dromen over de nieuwe dingen die we kunnen gaan doen.

Decaan Kees Storm

Storm is realist genoeg om te erkennen dat het vinden van de juiste talentvolle mensen een grote uitdaging zal zijn. “Er is geen geheim ‘reservoir’ waarin je kunt gaan vissen, maar ik weet zeker dat er groepen zijn die we nu nog niet voldoende aanspreken. Hoe kunnen we ze laten zien dat het vreselijk leuk is om hier te werken? Zodat we die inspirerende collega’s en teamgenoten erbij krijgen die ons steeds net iets beter maken dan we al zijn. Ik kijk enorm uit naar die uitdaging in de werving, maar heb daar zeker ook nog een hoop in te leren.”

Grote bewondering heeft Storm voor het lef dat het CvB laat zien met de groeiplannen. “Dat is zo te gek aan de TU/e en Eindhoven. Die zeggen ‘We gaan ervoor. Ja, er komt ongetwijfeld discussie of je wel moet willen groeien, maar wij willen onderzoeken of we aan de vraag van de Brainportregio kunnen voldoen. Dat vind ik sterk.”

Om überhaupt te kunnen groeien, moet eerst voldaan worden aan vier voorwaarden:

  • Financiering vooraf vanuit de Rijksoverheid om de groei te faciliteren en om de huidige werkdruk niet verder te laten stijgen.

  • De groei mag niet ten koste gaan van excellentie.

  • De groei moet geleidelijk gaan om de werkdruk beheersbaar te houden.

  • De regio moet ervoor zorgen dat de infrastructuur en voorzieningen op orde zijn.

Meer vrouwen

Datzelfde lef kwam ook naar voren bij het opzetten van het Irène Curie Fellowship, waarbij vrouwelijke wetenschappers voorrang krijgen bij het invullen van wetenschappelijke vacatures aan de TU/e. Dat riep de nodige weerstand op bij de invoering, en de maatregel lag een tijd stil omdat er een zaak liep bij het College voor de Rechten van de Mens.

Voor Storm is het een no-brainer dat er meer vrouwen binnengehaald moeten worden. Hij toonde zich de afgelopen jaren een warm en uitgesproken voorstander van het voorrangsbeleid voor vrouwelijke wetenschappers bij het invullen van vacatures. “Het is onacceptabel dat we in zo’n belangrijk veld als techniek zo’n scheve man-vrouwverhouding hebben . Andere universiteiten in Nederland en elders in Europa laten zien dat het beter kan. Dan moet je heel kritisch naar jezelf kijken en met rigoureuze acties komen. Ik was heel trots toen we dit beleid invoerden.”

Foto: Bart van Overbeeke

Imposter syndroom

Storm manoeuvreert zich tijdens het gesprek in zijn werkkamer in Flux, waar we hem spreken op de twintigste dag van zijn decaanschap, meermaals in een bescheiden underdog-rol. “Ik heb wel een beetje last van het imposter syndroom”, bevestigt hij.

“Ik ga er altijd vanuit dat anderen beter zijn dan ik. Ik weet dat ik niet de beste natuurkundige ter wereld ben, al heb ik heus mijn bijdrage geleverd in mijn werkveld. Tegen nieuwe mensen in de groep (Soft Matter and Biological Physics, red.), zeg ik altijd: ‘Ik ga er vanuit dat jij dit veel beter kunt dan ik’. Mijn insteek is dat zij slimmer zijn dan ik.

Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat zij alles hebben wat nodig is om te kunnen groeien en hun onderzoek en onderwijs goed te kunnen doen. Daar haal ik zoveel meer voldoening uit dan van mijn naam op een publicatie. Ik wil uiteindelijk maar één ding: dat we supertrots kunnen zijn op onze groep, faculteit, én universiteit. Uit een gevoel van trots op wat je samen gebouwd hebt vloeit een hoop goeds voort, is mijn ervaring.”

Voeling blijven houden

Met de 0,8 fte die Storm aan het besturen van de faculteit besteedt, blijft er niet genoeg tijd over om zijn vakgroep goed te leiden. Hij heeft het voorzitterschap inmiddels overgedragen aan Liesbeth Janssen. “Ik heb het grootste vertrouwen in de PI’s (principal investigators, red.) in onze groep, en ben heel benieuwd met wat voor geweldige dingen ze gaan komen in de toekomst.

Ik blijf promovendi begeleiden en houd mijn mentorrol binnen de groep. Vakken geven blijf ik ook doen. Andere decanen vertelden me ook dat het belangrijk is dat je voeling blijft houden, dat je nog weet hoe het is om binnen de faculteit te werken.”

De eerste twintig dagen als decaan waren echt mayhem.

Decaan Kees Storm

Gaandeweg het gesprek haalt Storm regelmatig aan dat hij nog maar kort in functie is, als reminder dat hij vers on the job is. “Mijn eerste twintig dagen waren echt mayhem. Als ik dit extrapoleer naar de toekomst, kan ik nooit meer nieuwe dingen doen”, zegt Storm met een knipoog.

“Ik wist van ongeveer de helft van de dingen die op me af komen dat het bij de decaan hoort. Maar ik krijg ook dagelijks mailtjes waarvan ik denk: ‘Serieus, is dat nou voor mij?’ Het antwoord daarop is altijd ‘ja’. Nou ja, het is in ieder geval heel afwisselend.”

Met de aanstelling van Sofia Calero als vicedecaan per 1 oktober jongstleden is het driekoppige bestuur van APSE weer op volle sterkte. “Dan kunnen we écht samen gaan bouwen. Nu is het nog een beetje improviseren, maar we vinden samen een manier om het werkbaar te houden. En ik vind het niet erg om ’s avonds af en toe mijn laptop open te klappen. Niet dat ik me onder druk gezet voel om dat te doen, want ik vind mijn werk heel leuk en dat kost me over het algemeen geen energie.”

Sabbatical Princeton

Tijdens zijn sabbatical in Princeton bij het Brangwynne lab for Soft Living Matter werd in Eindhoven het nieuws gedropt dat Kees Storm de nieuwe decaan is van de faculteit Applied Physics & Science Education. Die benoeming kwam via een slingerpad tot stand, verhaalt Storm.

“Ik had interesse om de rol van vertrekkend vicedecaan Ward Cottaar over te nemen, maar gaandeweg kwam ook de rol van vertrekkend decaan Gerrit Kroesen in beeld. Daar heb ik echt wel goed over na moeten denken, want ik was erg druk met onze groep en ik twijfelde of dit het juiste moment was voor deze stap.”

“Ik heb in Princeton veel leuke dingen voor ons eigen onderzoek kunnen doen, en heb veel tijd gehad om na te denken. Dit zijn van die grote momenten waarop je ja of nee kunt zeggen. Ik ben uiteindelijk op een ja uitgekomen. Want ik geloof van harte dat er heel veel moois te bereiken is als we de groeiplannen omarmen. En daar wil ik me voor inzetten, in ieder geval de komende vier jaar. Ik ben met grote ambities teruggekomen uit Amerika en geloof dat we over tien jaar twee keer zo groot zijn, zowel kwantitatief als kwalitatief: bigger en better!”

Ik ben heel dankbaar voor alle steun die ik heb gehad en wil graag iets teruggeven

Decaan Kees Storm

Een belangrijke drijfveer voor Storm om de positie van decaan te accepteren, is een heel persoonlijke: “Onze oudste dochter heeft kanker gehad - gelukkig is ze inmiddels genezen. Ik heb in die tijd vanuit de faculteit en onze groep enorm veel steun gekregen. ‘Wat heb je nodig, hoe kunnen we het dragelijk voor je maken, wat kunnen we van je overnemen?’.

Ik voelde me gezien en begrepen. Dat is de kracht van een goede werkplek en dat gun ik iedereen. Het is mijn doel dat we als groep, faculteit en universiteit een plek blijven die klein genoeg blijft voelen om van elkaar te kunnen zien wat de ander nodig heeft.”

“Voor mij is de TU/e meer dan een plek waar ik overdag naartoe ga om geld te verdienen. Het is een positieve plek, die je kan inspireren en ontzorgen. Ik ben daar ongelofelijk dankbaar voor en voel dat ik iets terug moet geven. Als decaan kan ik iets betekenen. Ik wil mensen laten zien dat je ongestoord positief kunt zijn, en wil samen ontdekken hoe we de goede dingen kunnen laten gebeuren, al lijkt het soms moeilijk.”

Het gebouw Flux is de thuisbasis voor de faculteiten APSE en Electrical Engineering. Foto: Angeline Swinkels

Ongestoord positief

Ongestoord positief is ook wat Storm op socialmedia-platform Twitter uitstraalt, waar hij zeer actief is. “De stemming wil er wel eens wat mopperig zijn, kortaf en ongeïnformeerd, en als ik even flink in de put wil raken dan hoef ik alleen maar omlaag te doomscrollen. Ik wil laten zien hoe je ook met elkaar kunt omgaan, soms kritisch, maar wel respectvol.

Ik houd van humor en informaliteit, dat laat ik daar - en in mijn werk - ook zien. Er is niet veel verschil tussen mijn online persona en hoe ik ‘live’ ben. Natuurlijk moet je niet de hele tijd slechte grappen maken, en uiteraard kan ik ook bloedserieus zijn. Ik neem mijn rol en de zorgen om me heen uiterst serieus, en besef terdege welke grote verantwoordelijkheid je als decaan draagt. Maar zelfs als het eens spannend is, kun je soms met menselijkheid en luchtigheid heel even, samen, een ander perspectief forceren. Humor relativeert, en het werkt goed als daar plaats voor is.”

Leiderschap

Als decaan hoopt Storm zijn informaliteit en menselijkheid volop te kunnen inzetten. “Ik probeer te luisteren naar mensen, zonder vooroordelen, en bekijk graag alle kanten van een situatie. Een persoonlijke band opbouwen en laten zien waarom ik dingen doe, is voor mij onontbeerlijk. Ik geloof dat als je je collega’s vertrouwt, als je ze verantwoordelijkheid en vrijheid geeft, ze het beste uit zichzelf halen omdat ze zich erkend en betrokken kunnen voelen. Als je die grondhouding kunt faciliteren, gaat de rest vaak, bij wijze van spreken, vanzelf. Aan het talent ligt het niet: we hebben hier enorm bevlogen en ambitieuze medewerkers.”

Storm realiseert zich dat de voorgaande opmerking naïef kan overkomen, maar hij is zich er terdege van bewust dat er ook situaties zullen voorkomen waarin het individu botst met het collectief. “En precies daar zit wat ik zo leuk vind aan leiderschap: die grens tussen ‘ik’ en ‘wij’ is waar je verhalen te vertellen hebt en impactvolle beslissingen kunt maken. Het komt neer op praten, belangen afwegen, beslissingen nemen en uitleggen waarom je keuzes maakt.”

Mensen aan boord krijgen, vindt hij belangrijk. “Ik kan er slecht tegen als discussies niet afgesloten worden, als een kwestie blijft doorsudderen. Er is altijd wel iemand die het niet eens is met een beslissing. Dan ben ik van het doorpakken, want op zeker moment moeten de neuzen wel dezelfde kant op staan. Ook dan moet je een goed verhaal hebben.”

De voorwaarde voor álles is dat we samen een veilige werkomgeving creëren.

“De voorwaarde voor álles is dat we samen een veilige werkomgeving creëren. Dan heb ik het niet alleen over veilige labs, maar uiteraard ook over sociale veiligheid. Ik wil dat onze medewerkers weten en ervaren dat ze zichzelf kunnen zijn hier en dat we eerlijk en respectvol met elkaar omgaan. Dat betekent overigens niet dat we het niet oneens met elkaar mogen zijn!”

Hoe het op dit moment gesteld is met de sociale veiligheid binnen zijn faculteit, daar heeft hij nog geen totaalbeeld van, zegt Storm. “Natuurlijk zijn er hier ook incidenten van hoe je het liever niet hebt, maar ik heb nog geen heel schrijnende zaken gehoord. Dat zegt niet zoveel, en ik heb wel geleerd dat je daar geen conclusies uit mag trekken. Daarom gaan we met het bestuur tegen het licht houden hoe we hier met elkaar samenwerken, hoe er leiding gegeven wordt, en wat we van elkaar kunnen leren om het nog beter te doen.” Waarbij Storm een belangrijke laatste boodschap heeft: “Pas een beetje op elkaar!”.

Uit onze strategie: Leiderschap

Het realiseren van onze strategische doelen vraagt leiderschap. Van leidinggevenden, van teams en van iedereen persoonlijk. Binnen het thema Resilience steken we daarom extra energie in leiderschap. Transparantie, vertrouwen, talent en team zijn de vier belangrijkste thema's waar het om draait bij leiderschap aan de TU/e. Goede leiders bouwen met hun team mee aan een veerkrachtige en excellente universiteit waar talent kan bloeien. Dit vraagt om medewerkers die hart hebben voor onderwijs, wetenschap, technologie én elkaar. Het vraagt om leidinggevenden die de veranderingen mee willen vormgeven en die talent binnen hun team herkennen en stimuleren - om zo het beste uit iedereen te halen. Het vraagt om leiders die vertrouwen geven en een veilige en open werkomgeving creëren.

Leiderschap valt onder Resilience, een van de drie thema’s in onze Strategie 2030.

Sven de Boer PhD
(Corporate Storyteller)

Meer over onze strategie

Blijf ons volgen

Meer interviews met onze decanen