‘Omgaan met onzekerheden, dat willen we onze studenten bijbrengen’
Serie ‘de gezichten van Challenge-Based Learning’: Isabelle Reymen, wetenschappelijk directeur van TU/e innovation Space, dat CBL naar een hoger plan bracht.
Met het innovatieve onderwijsconcept Challenge-Based Learning (CBL) leiden we aan de TU/e de ingenieurs van de toekomst op. CBL krijgt vanaf komend collegejaar een grotere rol in de curricula van al onze bacheloropleidingen. Met een serie verhalen geven we een gezicht aan de onderwijsvorm die studenten - en docenten - soms uit hun comfortzone haalt, maar vooral voorbereidt op de uitdagingen die ze als ingenieur zullen tackelen. In deze aflevering: Isabelle Reymen, wetenschappelijk directeur van innovation Space. Zij is de systeembouwer van de CBL-gemeenschap en daagt continu de status quo uit voor meer vernieuwing.
Challenge-Based Learning (CBL) draait als je het Isabelle Reymen vraagt om twee dingen: de student is in de lead van zijn eigen leerpad én leert om te gaan met onzekerheden. Over dat laatste kan de wetenschappelijk directeur van innovation Space, het expertisecentrum rondom CBL en student-ondernemerschap, meepraten.
Het aan onze universiteit invoeren van CBL als onderwijsconcept en het opzetten van de innovation Space (bijna acht jaar geleden), waren voor Reymen ultieme CBL-opdrachten. Want onzekerheid, die was er volop, bij elke stap vooruit die ze in het proces namen.
Wat is Challenge-Based Learning?
In dit innovatieve onderwijsconcept werken studenten samen om te ervaren hoe hun discipline kan bijdragen aan het oplossen van uitdagingen uit de wereld om ons heen. Ze leren daarbij welke kennis en expertise daarvoor nodig is en kunnen de opgedane kennis direct in de praktijk toepassen én verdiepen door te studeren of op onderzoek uit te gaan.
Samen met studenten van andere disciplines, maar ook met stakeholders uit het bedrijfsleven, overheid of wetenschap leren studenten te denken op systeemniveau. Ze leren daarbij ook verschillende andere competenties zoals samenwerken, communiceren, plannen en organiseren.
“CBL aan de TU/e startte bij studententeams, die vaak ontstaan zijn uit honors teams. Zij werkten aan challenges van hun eigen keuze, dichtbij hun passie en intrinsieke motivatie”, zegt Reymen.
Er was een ‘maar’: “Dit was extracurriculair. Ik kreeg in 2015 de vraag hoe we ervoor konden zorgen om dit soort leren in ons onderwijs te integreren. Dat was het startpunt voor CBL en van innovation Space, een plek waar dit alles samen kon komen.”
4.400 studenten per jaar
TU/e innovation Space, het expertisecentrum voor CBL en ondernemend leren, ondergebracht in gebouw Matrix, faciliteerde bij de start zo’n 1.600 studenten per jaar. “Wij experimenteren met CBL en proberen anderen te faciliteren”, zo vat Reymen de taak samen.
“We leiden onze studenten op tot change agents van de toekomst, want zij zullen de maatschappelijke uitdagingen die spelen - denk aan de energietransitie, de vergrijzing, de klimaatcrisis - moeten oplossen. Studenten zijn er klaar voor. Ze vinden het leuk om de problemen mee op te lossen, dat geeft voldoening. Aan ons de taak ze de weg te leren zodat zij dit kunnen doen.”
Studenten zijn er klaar voor. Ze vinden het leuk om echte problemen mee op te lossen, dat geeft voldoening.
Isabelle Reymen
“We - Miguel Bruns, Rick de Lange, en ik - begonnen in 2017 gewoon met een paar CBL-vakken. Ik had totaal geen beeld van hoe de innovation Space echt zou worden. Het was al mooi dat we een gebouw kregen (Gaslab, red.) en binnen een jaar een ander pand konden betrekken, samen met het Equipment Prototyping Center (in Matrix. red.).”
Potjes geld zoeken
“Het was extreem hard werken voor ons team, maar het liep soepel. Er kwam ruimte om meer mensen aan te nemen. En we moesten een businesscase indienen om de innovation Space te kunnen financieren. Ik wist als penningmeester van mijn vakgroep wel hoe die financieel draaide, maar dit was compleet anders. Tot drie keer toe kwamen we met een opzet die niet was waar het College van Bestuur naar op zoek was.”
“Ik wist niet meer wat ik moest doen om ons voorstel erdoor te krijgen, en we hadden geld nodig om door te kunnen gaan. We moesten bepalen uit welke potjes we geld konden krijgen, maar waar die potjes zaten en welke er überhaupt waren, daar had ik geen inzicht in. Ik was gewoon hoofddocent in een vakgroep.”
Rust
De oplossing kwam met intensief in co-creatie samenwerken met de dienst Finance and Control. Reymen: “Zij gaven me het inzicht en lieten zien uit welke potjes we zouden kunnen putten. Uiteindelijk is in januari 2020 onze businesscase goedgekeurd en was er voor vijf jaar geld, dat gaf rust”.
Inmiddels bestaat het team van innovation Space uit een diverse groep mensen: medewerkers onderwijsontwikkeling en onderwijsontwerpers, onderwijs- en eventcoördinatoren, programma- en projectmanagers, onderzoekers, technische ondersteuners, communicatiemedewerkers en heel veel studenten.
Reymen somt op: “Zij faciliteren innovaties in CBL-onderwijs, verzamelen challenges voor veel vakken en maken meerdere verbindingen met de innovatieve ecosystemen rondom de TU/e. Ze vormen een CBL-expertpool voor TU/e-docenten, coachen een ondernemende houding bij studenten en zijn jurylid in tussen- en eindpresentaties. Bovendien faciliteren ze op allerlei manieren het studententeamprogramma, het maken van prototypes door vele honderden studenten, en de vele community events en (inter)nationale bezoeken.”
Docenten
Want innovation Space is bovenal een expertisecentrum dat anderen faciliteert om met CBL te gaan werken. “We hebben docenten aan ons verbonden die voorop lopen in onderwijsvernieuwing en die het leuk vinden om dat samen te doen en van elkaar te leren. Daarnaast zit er ook veel onzekerheid en angst bij docenten om met CBL aan de slag te gaan, maar als je ze echt helpt en meeneemt, wordt het minder spannend. We zijn bezig met het ontwikkelen van nog meer hulplijnen, zoals de onlangs gelanceerde toolkit voor docenten.”
Studententeams zijn de meeste radicale versie van CBL.
Isabelle Reymen
Studententeams
Vijf jaar na de oprichting van innovation Space krijgen jaarlijks 4.400 studenten met innovation Space te maken, dankzij zo’n veertig CBL-vakken en meer dan veertig studententeams. Daarbinnen werken zo’n 650 studenten samen met 700 partners en sponsors.
“Studententeams zijn de meest radicale versie van CBL, want studenten hebben daar complete vrijheid om zelf een challenge te kiezen en te bepalen welk probleem ze hoe willen oplossen. Ze zijn zelf in de lead van hun eigen leren”, zegt Reymen met trots. “CBL motiveert studenten om de wereld te verbeteren, met oplossingen te komen. Ze ontwikkelen prototypes die vooruit lopen op de markt, richten startups op. Ze maken echt impact.”
De onderstaande foto's van diverse studententeams, zijn gemaakt door Bart van Overbeeke en Angeline Swinkels.
Ondernemende attitude
Die ondernemende attitude is van groot belang, zegt Reymen. “Als je die hebt, kun je met onzekerheden omgaan. Onze wereld is continu in beweging, is complex en dynamisch. Als je daarin kunt meebewegen en kunt bedenken hoe dingen wél kunnen, helpt dat enorm.”
Oud vs nieuw
Reymen denkt dat de tijd meer dan rijp is voor een nieuw onderwijssysteem. “In het traditionele onderwijssysteem storten we dezelfde content tegelijkertijd over alle studenten heen in een collegezaal, ongeacht hun achtergrond, voorkennis, of leerstijl. Ze hebben zelf geen autonomie of controle over wat of hoe ze leren. Dat maakt het onderwijs niet-authentiek, en laat geen ruimte voor passie.”
Ze vervolgt: “Studenten zitten nu in de bubbel van hun eigen opleiding, of faculteit. We missen samenwerking door die bubbels heen, om andere context te geven aan oplossingen waar ze aan werken. Dat moet anders, want de wereld heeft mensen nodig die goed kunnen samenwerken aan grote uitdagingen. Dat doen we met CBL.”
CBL is geen oude wijn in nieuwe zakken.
Isabelle Reymen
Reymen krijgt wel eens de vraag waarin Challenge-Based Learning zich onderscheidt van andere onderwijsvormen zoals Problem-Based Learning, Project-Based Learning en Design-Based Learning.
Ze benadrukt: “CBL is geen oude wijn in nieuwe zakken. Er zijn overeenkomsten tussen die vier soorten van leren: ze stimuleren allen actief leren van studenten, en ze linken studenten met de praktijk, door hen te laten werken aan praktijkproblemen. Maar het leren binnen CBL is veel meer contextueel, met veel complexere real-life open einde uitdagingen van bedrijven en maatschappelijke organisaties.”
“Bovendien werken studenten langere tijd samen in interdisciplinaire zelfsturende groepjes en leveren vaak een oplossing op die ook een echte bijdrage kan leveren aan de maatschappij. Naast het verwerven en toepassen van kennis, bouwen studenten ook professional skills op. Denk aan leiderschap, communiceren, presenteren. Studenten zijn bovendien zelf meer in de lead.”
Erkenning
“De lat ligt heel hoog, en als er kansen voorbijkomen, dan pak je die.” Reymen doelt op het winnen van de Nationale Hogeronderwijsprijs in 2021, en het toegekend krijgen van een Comeniusbeurs voor onderwijsvernieuwing in 2020.
“De eerste keer dat ik die beurs aanvroeg, kreeg ik ‘m niet. Ik ben geen onderwijskundige en ik heb geen goede kennis van de onderwijsliteratuur. ‘Dat doe ik dus niet meer’, dacht ik toen. Maar toen kwam Jan Vermunt van de Eindhoven School of Education erbij en hielp me met de aanvraag en uitwerking. Toen lukte het wel. Ik ben nu dan wel de Comenius Leadership Fellow, maar dat was nooit gelukt zonder de steun van het hele team.”
Familie
Als je met een klein team zo’n grote opdracht aangaat, wordt het vaak snel hecht. “Ik ben misschien het boegbeeld, maar wat er nu staat, is echt een teaminspanning. We hebben een geweldig team met veel energie en een heel hoge lat. Het voelt als een familie.” Die familie gaat voor elkaar en voor hun geloof in structurele vernieuwing van het onderwijs door het vuur.”
“Ik wil dat we een goede werkgever zijn voor onze mensen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we voor goede werkplekken moeten zorgen. We werken in een kantoortuin in Matrix, maar het is geen gewone kantoortuin. Er zijn continu events, bezoekjes van partijen die willen zien hoe we werken, studententeams die aan het werk zijn. Het is een inspirerende, maar rumoerige omgeving.”
Op het randje
Reymen werkt drie dagen per week voor innovation Space en begeleidt de andere twee dagen als hoogleraar Design of Innovation Ecosystems promovendi aan de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences. “Ik maak tussen de 55 en 60 uur in de week. Gelukkig heb ik ongelofelijk veel energie en kan ik veel werk verzetten.”
Maar ook een energiekanon moet af en toe op de rem trappen. “Ik heb nooit een burn-out gehad, maar heb wel eens op het randje gezeten. Dan word ik kriegelig en reageer ik niet meer professioneel. Dat merken ze thuis en op het werk. Dan schakel ik over naar de modus van veertig uur per week werken. Dan kan ik de basic dingen doordraaien en doe ik ’s avonds niks. Dat is voor mij een soort van vakantie”, zegt Reymen met een glimlach.
Voor iemand die continu de status quo uitdaagt en vooruit wil blijven gaan, is stilstand achteruitgang, “maar als ik een paar weken op die manier terugschakel, ben ik weer opgeladen en kan ik weer door.”
Sabbatical
In het najaar neemt Reymen een sabbatical, voor het eerst in acht jaar sinds ze op de steeds doordenderende CBL- en innovation Space-trein is gestapt. Ik hoop in rust op sabbatical te kunnen gaan, dat ik het voor die tijd goed heb geregeld voor het team. Want ik wil niet dat zij in overdrive moeten gaan om mijn afwezigheid te compenseren.”
De plannen zijn om een paar maanden thuis te kunnen verstillen. “Als je alle avonden en weekenden doorwerkt, blijft er weinig tijd over voor andere zaken. Dus ik ga weer eens pianospelen, meer tennissen, fotoboeken maken, mijn huis inrichten. Ik word 50 in november, dat ga ik goed vieren. En als ik de ruimte voel, ga ik misschien de belangrijkste lessen van de ontwikkeling van TU/e innovation Space opschrijven, en vooruitkijken.”
Werk-privébalans
De grootste challenge ligt voor Reymen richting het najaar dan ook bij haar team. “Ik wil hen de juiste werk-privébalans geven. Wat gaan we wel doen en wat niet? Iedereen wil maar doorgaan, maar ik moet ervoor waken dat niemand over de rand valt.” Ze glimlacht: “En zo groei je uit van een docent/onderzoeker tot een manager. We willen de wereld verbeteren op onderwijsvlak, maar moeten ook goed voor ons team zorgen.”
Over vijf jaar…
Over het antwoord op de vraag waar innovation Space en CBL over vijf jaar staan, moet Reymen even nadenken. “Ik hoop dat we tegen die tijd alles aan elkaar gelinkt hebben: docenten, studenten, studententeams, onderzoekers, de instituten, de buitenwereld. Dat innovation Space één bruisende omgeving is waarin we samenwerken in thematische communities. Daar geloof ik in, en ik heb er veel zin in, want samen kunnen we zoveel moois bereiken voor de wereld.”