“We hebben een nieuw, van nature duurzaam financieel systeem nodig voor de klimaattransitie”
Naast technische oplossingen onderzoeken jonge wetenschappers aan de TU/e zoals Clara Caiafa en Willem Klok juist de sociaaleconomische of financiële aspecten van de klimaattransitie. Een tweeluik over klimaatonderzoek aan onze universiteit.
Naar aanleiding van de VN-klimaattop (COP28) in Dubai, belichten we twee onderzoeken van jonge TU/e-wetenschappers, die vanuit hun technische achtergrond onderzoeken wat de klimaattransitie betekent op maatschappelijk vlak. In deel een: promovendus Willem Klok onderzoekt een transformatie van het financiële systeem.
Nu de vraag niet langer is óf, maar hóe we de transitie kunnen maken naar een duurzamere wereld en samenleving, komt er steeds meer ruimte voor onderzoek op het snijvlak van techniek en maatschappij. Want wat is het nut van prachtige groene techniek, wanneer mensen de nieuwe oplossingen niet omarmen?
Prikkels en barrières
Juist daarom onderzoekt Willem Klok binnen de vakgroep Technologie, Innovatie en Systemen welke prikkels in het huidige financiële systeem een barrière vormen voor verandering, en specifiek de klimaattransitie.
“Tijdens mijn studie Mechanical Engineering en later bij Innovation Sciences drong tot me door dat er al veel technische oplossingen ontwikkeld worden voor de transitie, zoals op het vlak van groene energie. Daar zijn we al best ver mee. En dat die technische ontwikkelingen om de wereld te verduurzamen steeds sneller gaan,” zegt Klok.
“Daarom ben ik op zoek gegaan naar de vakgebieden waar de barrières zitten die de transitie -onbewust- tegenhouden. Ik wilde me na mijn afstuderen verdiepen in het financiële systeem.”
Financieel onderzoek aan een technische universiteit
Klok is blij met zijn promotieplek in de groep van Floor Alkemade. “Het is echt een unieke kans om me, als buitenstaander en ingenieur, te mogen verdiepen in de financiële systemen en mechanismen. Vanuit die unieke positie kan ik vragen stellen waar iemand die traditioneel financieel is opgeleid nooit aan zou denken, of waar een hoogleraar misschien niets in zou zien. Het was me namelijk opgevallen dat echte veranderingen in systemen vaak door relatieve buitenstaanders in gang worden gezet, zoals beschreven door Richard Hamming.”
Systeemverandering wordt vaak door relatieve buitenstaanders in gang gezet.
Willem Klok
Hij is nu anderhalf jaar bezig met zijn promotie en dankzij zijn literatuuronderzoek heeft Klok een aardig beeld gekregen van de problemen in ons financiële systeem. “Het geld om de transitie mogelijk te maken, is er in de wereld. Dus dat is het probleem niet.”
“Waar wél een probleem ligt, is dat investeerders altijd alleen maar kijken naar financieel rendement. Dat lijkt de enige afweging voor hun keuzes. Dus als ze kunnen kiezen tussen zes procent rendement zonder positieve impact op het klimaat, of vier procent met die impact, dan kiezen ze vrijwel unaniem voor die zes. De impact van de investering wordt nauwelijks gewaardeerd.”
Voorbeelden van situaties waar bedrijven een duurzamer pad in willen slaan, maar door financiële afweging worden geremd, komen ook weleens in het nieuws. Zoals toen de raad van bestuur van Shell wilde vergroenen en aandeelhouders dat tegenhielden. Of hoe de topman van Danone, die ook ging voor verduurzamen ten koste van een deel van het rendement, werd ontslagen. Positieve uitzondering op de regel is pensioenfonds ABP, dat juist koos voor een investeringsstrategie zonder fossiele brandstof.
Het financiële systeem moet veranderen
Zoals eerder gezegd passen de grote maatschappelijke transities niet bij de zaken die het meest gewaardeerd worden in het financiële systeem. “Er zijn ideeën over hoe het financiële systeem veranderd kan worden om de transitie te omarmen en versnellen,” zegt Klok.
“De eerste stroming houdt daarbij het huidige systeem in stand. In dit geval worden risico’s en mogelijkheden met betrekking tot duurzaamheid meegenomen in de niet-financiële kant van de besluitvorming.”
Dominante kandidaat
“Door deze risico's in hun besluitvorming te integreren, kunnen beleggers hun verliezen beperken of hun winsten vergroten en tegelijkertijd een duurzamere economie creëren. Ik zou zeggen dat dit voorlopig de dominante kandidaat is voor de transitie.”
Bij deze stroming horen keurmerken (zie kader) die aangeven welke duurzaamheidskosten en risico’s horen bij bepaalde investeringen, zodat bedrijven en investeerders daarmee kunnen laten zien dat zij duurzaam investeren. En daarmee de gunst van de consument en overheid verkrijgen of behouden.
“Als voorbeeld kun je dan de situatie krijgen dat investeringen in fossiele industrie op termijn minder waard worden, waardoor de investeerder nu al zeker wil weten dat hij daar geen geld in steekt. Zo’n keurmerk kan dat waarborgen,” legt Klok uit.
“Of een investeerder kiest voor groene energie of recycling, omdat die het juiste keurmerk hebben en hij of zij daar veel van verwacht. Een zekere keuze, die door de juiste keurmerken ondersteund wordt. Ook kunnen beleidsmakers en overheden andere belastingtarieven gaan hanteren voor groene investeringen, om die te stimuleren.”
In de basis blijft de afweging bij deze stroming een financiële: welke investering levert mij de meeste garantie op een positief financieel resultaat.
Van nature duurzaam
Er is nog een andere route mogelijk, maar die betekent echt een omwenteling van het bestaande financiële systeem. Klok: “Toch zit hierin volgens mij de echte winst: een van nature duurzaam financieel systeem. Daarbij voelen investeerders zich niet langer alleen verantwoordelijk voor hun financiële rendement, maar ook voor de impact die met hun investering wordt gecreëerd.”
“Hierbij worden beleggers die graag positieve impact willen maken met hun investering geholpen in hun doelen. Waarbij een investering met een lager financieel resultaat door de bijkomende impact toch de meeste ‘waarde’ heeft. Deze stroming heeft zeker nog niet de overhand, maar wint steeds meer aan populariteit, zeker onder jongere beleggers. Zij accepteren dus een lagere winst in euro’s, in ruil voor bijvoorbeeld groene of maatschappelijke impact.”
Impact kan meer waarde geven dan geld alleen kan doen.
Willem Klok
Een financieel systeem dat draait om impact
Op de vraag welke stroming Klok het meest kansrijk vindt, aarzelt hij niet. “Hoewel de eerste stroming zeker nuttig en noodzakelijk is, vooral op korte termijn, denk ik niet dat het een duurzame oplossing is. De reden hiervoor is dat het systeem volgens de eerste stroming aan drie voorwaarden moet voldoen: elke andere waarde die niet financieel is, moet worden geprijsd (1) en gereguleerd (2) op een wereldwijde schaal (3). Drie dingen waarvan ik denk dat ze nooit zullen gebeuren, vooral niet op meer subjectieve en cultureel bepaalde gebieden, zoals sociale gelijkheid. Want hoe kun je daar ooit een absolute waarde aan hangen?”
“Dat is waarom ik graag de tweede stroming verder zou willen onderzoeken. Wanneer een investeerder vanuit eigen overtuiging al duurzaam investeert, is alles dat je nodig hebt om aan die drie voorwaarden te voldoen.”
Voorbeelden hiervan zijn de beleggingsfondsen van Triodos, waar beleggers op de hoogte worden gehouden van de impact van hun belegging, op klimaat- en maatschappelijk gebied.
Hoe communiceer je impact
Klok: “De grote uitdaging om het aantal investeringsmogelijkheden van die tweede stroming - nu nog een niche - te laten groeien, is het vinden van nieuwe methoden en manieren om de impact te communiceren. Ik heb het niet over ESG-ratings (zie kader), want die zijn gebaseerd op de doelen van het huidige systeem.”
“Ik heb het over waardevolle terugkoppeling over de impact in de vorm van, bijvoorbeeld, video’s, of anekdotes van betrokken stakeholders. Waarbij het waardevol moet zijn voor zowel de individuele, als de institutionele beleggers. Maar dat concreet maken en onderzoeken wat waardevol is, is weer een ander onderzoek.”
“Daarom ga ik beide routes modelleren. Om te laten zien welke consequenties keuzes voor een nieuw systeem kunnen hebben. En om de haalbaarheid van verschillende oplossingen en stromingen in kaart te brengen. Daarmee doen we concretere inzichten op die we kunnen delen met beleidsmakers in de financiële sector.”